Wij zijn aardig voor elkaar
Wij blijven van elkaar en elkaars spullen af
Wij zijn rustig in de school
We houden de school schoon
1. Ik ga op een vriendelijke manier met andere kinderen om.2. Ik gebruik alleen spullen van een ander als dat mag en ik ga voorzichtig met die spullen om.3. Ik doe geen vechtspelletjes.4. Ik blijf van de kleren van andere kinderen af.5. Ruzies probeer ik eerst zelf op te lossen. Ik ga naar de pleinwacht wanneer dit niet lukt.6. Als ik wil dat kinderen stoppen met een voor mij vervelend spel, dan zeg ik dat duidelijk: stop hiermee, ik vind het niet leuk meer.
1. Ik ga met andere kinderen om, zoals ik wil dat ze met mij omgaan2. Ik gebruik spullen van een ander alleen met toestemming en ga daar dan voorzichtig mee om.3. Ik kom altijd op tijd op school en in de klas.4. In de klas praat ik zachtjes met andere leerlingen.5. In de klas loop ik rustig.6. Ik doe mijn best om ervoor te zorgen dat iedereen met plezier in de klas zit.7. Leerlingen die aan het werk zijn laat ik ongestoord doorwerken8. Als een ander praat ben ik stil en laat ik diegene uitpraten.